Haags Herdenkingsmonument
Kunstenaar: Albert (Appie) Drielsma (1937-2014)
Vervaardigd in 1992. Tot stand gekomen op initiatief van een groep oud-verzetsstrijders. (stichting herdenkingsmonument 1940-1945 ’s-Gravenhage)
Tegenover Het Vredespaleis, op het Carnegieplein, vindt men het Haags Herdenkingsmonument 1940-1945. De Stichting Herdenkingsmonument 1940-1945 ’s-Gravenhage werd in de jaren tachtig door een aantal oud-verzetsstrijders opgezet en had als doel een herdenkingsmonument voor Den Haag op te richten. Onder het voorzitterschap van Leendert Mos diende de stichting in april 1987 een aanvraag in voor subsidie bij de Nederlandse overheid en de gemeente Den Haag. De gemeente stemde toe met een subsidie van een ton, waarmee de komst van het monument werd verzekerd. De locatie voor het monument stond al vast: tegenover Het Vredespaleis, de plek in Den Haag waar vrede centraal staat.
Het monument is in 1992 gemaakt door beeldhouwer Appie Drielsma. De joodse Drielsma had als jongetje de oorlog overleefd door onder te duiken. Deze traumatische ervaring gebruikte hij later veelvuldig in zijn werk. Drielsma heeft gedurende zijn leven een reeks oorlogsmonumenten gemaakt, waaronder het Nationaal Monument in concentratiekamp Mauthausen (1988), het Nationaal herdenkingsmonument in Gulpen (1989) en het Mauthausen-monument voor de Synagoge in Enschede (1991).
Het monument is opgebouwd uit vier zuilen. Deze zuilen symboliseren de vier groepen in de samenleving ten tijde van de Tweede Wereldoorlog: neutraal, rooms-katholiek, protestants en joods. Het Haags Herdenkingsmonument is geen monument dat één bepaalde groep mensen of een bepaalde gebeurtenis herdenkt. Het monument eert iedereen die in de oorlog is gestorven.
Tegenover het monument staat een steen met de volgende tekst:
“Als Hofstad en regeringszetel was Den Haag al op 10 mei 1940, de eerste dag van de verraderlijke overval op Nederland, het doelwit van aanvallen vanuit de lucht. De eerste verwoestingen vonden plaats en de eerste slachtoffers vielen. Ten gevolge van de oorlog en de bezetting zouden tussen mei 1940 en de bevrijding in mei 1945 bijna twintigduizend van onze stadsgenoten het leven verliezen als soldaat, als verzetsstrijder, als gedeporteerde, als dwangarbeider, als gevangene in tuchthuis of concentratiekamp, als slachtoffer van bombardementen en van de laatste hongerwinter en bovenal als vervolgde omwille van ras en geloof. Onder de laatsten ruim zestienduizend Joodse medeburgers die de vernietigingskampen niet overleefden.
Dit monument wil allen zonder onderscheid gedenken die de waanideeën waaruit het nationaal-socialisme is voortgekomen met hun leven hebben moeten bekopen. Het roept in stilte op tot waakzaamheid tegen de drijfveren in het menselijke gemoed die zulke waanideeën kunnen voeden en tot zulke mensonterende politieke systemen kunnen leiden. In die zin wil het een teken zijn voor de komende generaties.”
Op het monument zijn de volgende teksten te lezen:
“Die tyranny verdrijven – 1940 – moge hun ziel gebonden worden in de bundel der levenden – laat u niet overwinnen door het kwade maar overwin het kwade door het goede – die mij mijn hert doorwondt, 1945”
Haagse oorlogsslachtoffers
Onder alle groepen van de Haagse samenleving zijn ten tijde van de oorlog slachtoffers gevallen. De Joodse gemeenschap buiten beschouwing gelaten zijn er ongeveer 800 Hagenaren om het leven gekomen door oorlogsgeweld. Hiervan vielen er al zo’n 200 slachtoffers tijdens de meidagen van de oorlog en nog eens 520 slachtoffers door het Bezuidenhoutbombardement op 3 mei 1945. Daarnaast vielen er ongeveer 500 Hagenaren in het verzet. Tijdens de hongerwinter van 1945 vielen er in Den Haag ruim 2100 slachtoffers. Deze slachtoffers vielen onder alle gelederen van de samenleving, hoewel het merendeel uit het arbeidersmilieu afkomstig was (40%).
Binnen de Joodse gemeenschap in Den Haag vielen er meer dan drie keer zoveel slachtoffers als alle andere Haagse slachtoffers samen. Voor de Tweede Wereldoorlog had Den Haag de op één na grootste joodse gemeenschap van Nederland. Eén op de dertig Hagenaren was van joodse afkomst. Bij het uitbreken van de oorlog kende Den Haag een joodse gemeenschap van meer dan 17.000 mannen, vrouwen en kinderen. Tussen september 1942 en mei 1943 werd het merendeel van de Haagse joden afgevoerd naar concentratiekampen. Tussen de 10.000 en 11.000 Haagse joden zijn omgebracht tijdens de oorlog. De Haagse joodse gemeenschap was na de oorlog gereduceerd tot minder dan 2000 personen.
De Herdenking
Jaarlijks wordt er op 4 mei een herdenking gehouden bij het monument. Deze herdenking begint om 19.45 uur.
Om 20.00 uur zullen er kransen worden gelegd door de gemeente Den Haag, nabestaanden van het verzet, joodse organisaties, de Haagsche Studenten Vereeniging en leerlingen van het Segbroek College.
Bronnen:
Boom, Bart van der. Den Haag in de Tweede Wereldoorlog. Den Haag: SeaPress, 1995.
www.4en5mei.nl