Doelstelling
De Stichting Nationale Herdenking ’s-Gravenhage stelt zich ten doel de in de jaren 1940 – 1945 in het verzet, in dienst van de Nederlandse strijdkrachten of de Nederlandse koopvaardij omgekomenen of slachtoffers vanwege ras, geloof en overtuiging of gedwongen tewerkstelling buiten Nederland op waardige wijze te herdenken. Zij organiseert hiertoe jaarlijks op 4 mei van stille tochten naar en bijeenkomsten bij negen herdenkingsplaatsen in Den Haag.
Voor meer informatie, zie ons laatste beleidsplan, jaarverslag en activiteitenverslag.
Geschiedenis van de stichting
Nadat Nederland op 5 mei 1945 officieel werd bevrijd van de Duitse bezetter besloot de Nederlandse regering om een nationaal bevrijdingsfeest te organiseren op 31 augustus, de verjaardag van koningin Wilhelmina. Een jaar na de bevrijding, op 4 mei 1946, werd er weer een groot feest georganiseerd ter ere van de bevrijding. Leden van voormalige verzetsgroepen en nabestaanden van oorlogsslachtoffers besloten op de vooravond van dit grote feest op verschillende plaatsen in het land stille tochten te organiseren. Dit leidde tot het besluit om vervolgens elk jaar op 4 mei een nationale dodenherdenking en op 5 mei een bevrijdingsfeest te houden. De herdenkingen vinden doorgaans plaats bij de verschillende monumenten die in de loop van de jaren zijn vervaardigd op plaatsen die een bepaalde rol hebben gespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De herdenkingen in Den Haag werden sinds 1948 verzorgd door de Commissie Nationale Herdenking district ’s Gravenhage. Dit comité had echter geen rechtsgrond. Daarom werd er eind jaren ’70 besloten om het comité om te vormen tot een stichting. Op 20 maart 1981 werd de Stichting Nationale Herdenking ’s-Gravenhage officieel opgericht.
Gedurende de jaren werd de Stichting verantwoordelijk voor steeds meer herdenkingen. Zo werd in 1992 het Haagse Herdenkingsmonument 1940-1945 vervaardigd en in 1999 het monument voor de dwangarbeiders. Momenteel is de Stichting verantwoordelijk voor tien herdenkingen in Den Haag.