Opvallende leden
De leden van het comité en van de latere stichting hadden, en hebben, vaak een directe of indirecte band met de oorlog en/of een van de oorlogsmonumenten. Zo waren de oprichters van het comité veelal oude verzetsstrijders of nabestaanden van gefusilleerde verzetsstrijders. Opvallend zijn onder andere M.M. Oosenbrug, C. Schüngel en J.C. Hooykaas.
M.M. Oosenbrug:
Marcus Marinus (Wim) Oosenbrug was tijdens de oorlog een jonge steenhouwer die actief was in het verzet. Vanaf het voorjaar 1944 was Oosenbrug leider van de ‘Falsificatie-centrale’ (FC). De FC was oorspronkelijk een onafhankelijke groep verzetstrijders die onder leiding van de Nijmeegse student J.J. de Weert vervalsingen van persoonsbewijzen, distributiebescheiden en vele andere nuttige papieren leverde aan de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Na de arrestatie van Weert nam Oosenbrug de leiding over. Oosenbrug zat op dat moment ondergedoken in Gelderland om te ontsnappen aan de krijgsgevangenschap.
Na de oorlog is Oosenbrug als steenhouwer betrokken geweest bij het maken van onder andere het monument op de Waalsdorpervlakte en het bevrijdingsmonument Loosduinen.
Oosenbrug is een lange periode voorzitter geweest van de stichting. In 1987 is hij als lid statutair afgetreden. Daarna werd hij benoemd tot lid van verdienste. Oosenbrug stierf op 17 april 1999 op 84-jarige leeftijd.
C. Schüngel:
Cornelis Schüngel was kwartier commandant van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS). Deze verzetsgroep kwam voort uit de Ordedienst (OD), de landelijke knokploegen (LKP) en de Raad van Verzet (RVV). Schüngel werkte bij de Nutsspaarbank in Loosduinen waar hij in contact kwam met Jan Willem Kempff, leider van een andere verzetsgroep: de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Na deze ontmoeting werden er plannen gesmeed voor een fusie tussen de verzetsgroepen van Schüngel, Kempff en ook de verzetsgroep van Martinus Staamer. Enkele dagen nadat de fusie definitief was werden Kempff en Staamer opgepakt. Zij werden later beiden gefusilleerd. Schüngel is de dans ontsprongen en richtte zich na de oorlog op het herdenken van zijn mede verzetsstrijders en andere oorlogsslachtoffers.
Schüngel is binnen de stichting een lange tijd secretaris en penningmeester geweest. In 1982 trad Schüngel af. Hierna werd hij lid van verdienste.
J.C. Hooykaas:
J.C. Hooykaas was begin 1945 oud secretaris generaal van het Haagse Interkerkelijke Bureau voor de Voedselvoorziening (IKB). De plaatselijke IKB’s werden op 9 januari 1945 wegens de hongerwinter opgericht om er zorg voor te dragen dat in alle grote steden in het westen bureaus zouden worden opgericht voor voedselvoorziening. De IKB’s verstrekten dagelijks voedsel aan kinderen en zieken.
Bovendien zorgden de IKB’s ook voor kinderevacuaties. Het Haagse IKB stuurde in totaal 4000 kinderen naar het noorden en oosten van het land.
Daarnaast werden er door de IKB’s ook enkele verzetsdaden/illegale daden uitgevoerd. Zo verstrekte het IKB persoonsbewijzen aan onderduikers en leden van verzetsgroepen.
Bronnen:
Boom, Bart van der. Den Haag in de Tweede Wereldoorlog. Den Haag: SeaPress, 1995.